Parlementsverkiezingen Roemenië bestendigen ruziesfeer

René Does

De Roemeense parlementsverkiezingen van 9 december 2012 waren een bevestiging van de in het voorafgaande jaar gegroeide politieke en economische verhoudingen in het land. Deze zijn samen te vatten als een combinatie van een diepe economische crisis, een buitengewoon felle persoonlijke tweestrijd in de politieke top en een winnend premier die in de Europese Unie gewantrouwd wordt om zijn autoritaire trekken.

De Roemeense politiek heeft het grootste deel van 2012 in het teken gestaan van de politieke ruzies tussen president Traian Basescu en premier Victor Ponta. De strijd tussen beide mannen bestaat niet alleen uit politieke rivaliteit, maar ook wederzijdse persoonlijke haat. Meest kenmerkend is de inmiddels bekende uitspraak van Basescu dat het aanstellen van verkiezingswinnaar Ponta als premier voor hem gelijk staat aan ´het doorslikken van een varken´.

Victor Ponta was de grote winnaar van de parlementsverkiezingen van 9 december. Zijn centrumlinkse Sociaal-Liberale Unie (USL) behaalde 58,6 procent van de stemmen in het Huis van Afgevaardigden en 273 van de 412 zetels. In de gelijktijdig gehouden verkiezingen voor het hogerhuis, de Senaat, kreeg de USL 122 van de 176 zetels. In Roemenië bestaat sinds de aanname van de nieuwe grondwet van 2003 een parlementair tweekamersysteem, met een lagerhuis en een hogerhuis met ongeveer gelijke volmachten.

Officiële foto van Basescu Foto van Ponta

Traian Basescu (boven) en Victor Ponta. Foto's: www.presidency.ro en www.victorponta.ro

De centrumrechtse Rechtse Roemeense Alliantie (ARD), een coalitie van drie partijen onder leiding van de Democratische Liberale Partij (PDL) die president Basescu steunt, kreeg slechts 16,5 procent van de stemmen in het Huis van Afgevaardigden en 56 zetels (in de Senaat 24 zetels). Een gedetailleerd overzicht van de verkiezingsuitslag is te lezen op de Engelstalige Wikipedia.

De impopulariteit van president Basescu en de PDL zijn te wijten aan de diepe economische crisis in het land na de kredietcrisis van 2008. Zoals in zoveel landen in de Europese Unie moesten de zittende machthebbers aftreden na het uitbreken van de kredietcrisis. In Roemenië gebeurde dit met het aftreden van de regering van PDL-premier Emil Boc op 6 februari 2012 na wekenlange massale protesten tegen haar bezuinigingsbeleid.

In 2009 kreeg Roemenië een noodkrediet van 20 miljard euro van het IMF, de Wereldbank en de Europese Unie, maar moest in ruil daarvoor zware bezuinigingen op de overheidsuitgaven doorvoeren en extra begrotingsinkomsten genereren.

De bezuinigingen bestonden uit een korting op de ambtenarensalarissen van 25 procent, een korting op de pensioenen van 15 procent en het ontslag van 200.000 ambtenaren. Daarnaast werd de BTW verhoogd van 19 naar 24 procent. De reden waarom de Roemenen in het begin van 2012 president Basescu en premier Boc niet meer zagen zitten is dus duidelijk. Omdat Boc na zijn ontslag als premier ook aftrad als partijleider van de PDL en andere hoge partijfunctionarissen hem volgden, ging de PDL zwaar gehavend het verkiezingsseizoen in.

Na een kort intermezzo onder PDL-premier Mihai Razvan Ungureanu ontkwam Basescu er op 27 april niet aan om zijn politieke aartsrivaal, de jonge USL-leider Victor Ponta (39), tot premier te benoemen. Ponta werd de jongste premier in de geschiedenis van Roemenië. Na Ponta´s benoeming kwamen er een aantal zowel splijtende als verlammende politieke rellen en gebeurtenissen, met de volgende drie als de belangrijkste:

  1. Op 19 juni werd Ponta beschuldigd van plagiaat in zijn proefschrift over het International Strafhof, dat hij samen met Daniela Coman had geschreven. Volgens het wetenschappelijke tijdschrift Nature was de helft van het proefschrift gekopieerd uit andere bronnen. Ponta gaf toe dat hij bibliografische bronnen beter als noten had kunnen verwerken, maar stelde dat de aanklacht toch vooral politiek geïnspireerd was door Basescu. Op 29 juni bevestigde de Roemeense Nationale Raad voor Certificering van Titels, Diploma´s en Universitaire Certificaten (CNATDCU) dat in het proefschrift 85 bladzijden zonder bronvermelding waren gekopieerd.
  2. Op 20 juni deed Ponta´s politieke mentor, oud-premier Adrian Nastase (2000-2004), een mislukte zelfmoordpoging door zich door zijn keel te schieten. Nastase kwam tot zijn daad op het moment dat agenten hem thuis kwamen ophalen om een gevangenisstraf van twee jaar uit te zitten na een veroordeling wegens corruptie.
  3. In juli werd er een impeachment-procedure tegen president Basescu gestart, omdat hij in 2010 misbruik van zijn positie zou hebben gemaakt door zich onbevoegd op het economische beleidsterrein van de premier te begeven. Tussen het nemen van het besluit en de datum van het volksreferendum over het impeachment, de periode 6 tot 29 juli, trad Crin Antonescu, de partijleider van de Nationaal Liberale Partij, als interim-president op. Op 29 juli stemde 87,5 procent van de kiezers voor een impeachment van Basescu, maar omdat de opkomst met 46,2 procent onder de minimaal vereiste 50% bleef, behield Basescu zijn positie.
    Overigens stelde de USL dat waarschijnlijk een meerderheid van de kiezers voor een impeachment van Basescu had gestemd, omdat er op de kieslijsten miljoenen ´dode zielen´ hadden gestaan van de vele miljoenen Roemenen die door de economische problemen waren geëmigreerd naar andere lidstaten van de Europese Unie. Zo zou het inwonertal van Roemenië door emigratie inmiddels gedaald kunnen zijn van 22 naar 19 miljoen burgers.
    Ook had de USL nog geprobeerd de procedure vóór de stemming te veranderen door een simpele meerderheid zonder opkomstcijfer geldig te laten zijn, maar deze grondwetswijziging werd door het Basescu gecontroleerde Constitutionele Hof verworpen.

Basescu wordt momenteel voornamelijk internationaal nog gesteund, waaronder door de Europese Unie. De EU meent dat Basescu, die het opgelegde bezuinigingsbeleid na de financiële hulp van 2009 steunde, gewoon zijn tweede termijn moet uitzitten tot 2014.

Bovendien kan hij optreden als tegenwicht tegen Ponta, die vanwege vermeende ondemocratische trekjes niet helemaal vertrouwd wordt. Hij zou wel eens net zo´n eigengereide en autoritaire premier kunnen worden als zijn Hongaarse collega Viktor Orban, die de afgelopen jaren door de EU regelmatig zwaar is bekritiseerd wegens ondemocratische besluiten, zoals het instellen van een overheidsdienst als waakhond over de media.

Ponta heeft tijdens zijn korte premierschap in de ogen van de EU ook dit soort autoritaire neigingen getoond, waaronder zijn pogingen om de kiesregels voor de impeachment-procedure van de president te veranderen en de leiding van het Roemeense Culturele Instituut, dat als taak heeft de Roemeense cultuur in binnen- en buitenland te promoten en in de praktijk goed en onafhankelijk functioneerde, over te brengen van de president naar de Senaat.

De sterke positie van Ponta is dus niet onomstreden, gezien de affaires waarin hij verzeild is geraakt en de kritiek van de EU op zijn functioneren. Bovendien zal ook Ponta economisch gezien geen leuke dingen voor de gewone Roemenen kunnen doen, waardoor hij eveneens grote kans loopt zijn huidige grote populariteit weer te verliezen in de storm van economisch crisisbeleid.

De parlementsverkiezingen van 9 december bestendigden dus de politieke verhoudingen in Roemenië zoals die in 2012 waren ontstaan. Wellicht dat dit de kemphanen Basescu en Ponta tot bezinning brengt en tot concentratie op het aanpakken van de financiële problemen en de nog altijd omvangrijke corruptie en georganiseerde criminaliteit, zaken waarvoor de Europese Unie Roemenië blijft bestraffen.

Ponta riep na zijn enorme verkiezingsoverwinning Basescu inderdaad op tot samenwerking. De president op zijn beurt verorberde op 18 december zijn varken door Ponta in het parlement als kandidaat-premier voor te dragen.