Svetislav Basara
Mongoolse dromen
vertaald uit het Servisch door Roel Schuyt
Uitgeverij De Geus
Breda 2010
123 blz.
ISBN 978-90-445-1261-8
€14,90

Een roman of een delirium?

Nicole de Boer

De Servische auteur Svetislav Basara (1953) schreef meer dan twintig romans, novelles, korte verhalen en essays. In eigen land is hij geliefd en gelauwerd. Zijn korte roman Mongoolse dromen is het eerste dat in het Nederlands is vertaald. Het boek stamt uit 1992 en is opgedragen aan alle slachtoffers van Sarajevo. Basara voltooide het boek echter voordat de burgeroorlog in Joegoslavië uitbrak en het heeft dan ook niets met deze oorlog te maken.

Mongoolse dromen speelt zich grotendeels af in Oelan Bator, de hoofdstad van Mongolië, een land waar men 'om nergens te komen, maar één dag hoeft te reizen'. Het is een bonte aaneenschakeling van korte fragmenten, het een nog absurder dan het andere.

Ik heb regelmatig moeten schaterlachen om Basara's vondsten. Zoals: 'Er is niets vreemd aan als iemand door een muur heen stapt. Iedereen kan dat, maar de macht der gewoonte is zo sterk dat niemand het probeert.' En: 'Zo weet niemand dat Mitterrand een robot is en dat meer dan negentig procent van de politici, bankiers en ambtenaren bij de VN slechts virtuele persoonlijkheden zijn, holografische creaties, quanta van het niets die in drie dimensies worden weergegeven.'

Niet alleen de formuleringen zijn absurd, het verhaal zelf is dat ook. Er is niet eens echt een verhaal. De verteller heeft een brief gekregen van een vriend die zelfmoord pleegde. Daarin vraagt zijn vriend hem om in zijn plaats naar Mongolië af te reizen.

De verteller, die zichzelf Basara ('niet meer dan een firmanaam') noemt, doet dat en ontmoet er allerlei fraaie figuren. Actrice Charlotte Rampling, een protestantse bisschop uit Amsterdam die uit een droom zomaar ineens in Oelan Bator ontwaakte, Chuck, correspondent voor een al jaren geleden opgeheven blad, Tichonov, een tot lama bekeerde KGB-officier, die de Lenin-orde op zijn oranje gewaad draagt en Mercier, een krasse, vieze oude vent die in feite al vijf jaar dood is.

Met deze personen doet de verteller niet veel meer dan stevig drinken. Daarbij passeren allerlei verhalen de revue. Ook gaan ze een keer gezamenlijk naar een heksenverbranding en keren vervolgens terug naar de kroeg.

Basarov komt uiteindelijk weer in Servië terug wanneer hij ontwaakt uit een sluimering tijdens een psychoanalyse-sessie op zijn hotelkamer in Oelan Bator. Thuis, in zijn werkkamer, verzekert hij zich ervan dat de brief van zijn overleden vriend wel bestaat.

Dan kan hij gaan schrijven en blijken de personages uit Oelan Bator simpelweg materiaal te zijn dat hij heeft verzameld voor zijn boek. Er volgen nog een paar korte hoofdstukken over het schrijverschap.

Hoewel het boek heerlijk is om te lezen, vroeg ik me regelmatig af waar ik in beland was. Wellicht biedt de volgende veronderstelling van Basara uitkomst: 'Lsd zou in onze hersenen worden afgescheiden, zodat we permanent in een gedrogeerde toestand verkeren, waaruit ik meen te mogen concluderen dat alles wat wij zien niet meer is dan een hallucinatie.'

Dit boek maakt nieuwsgierig naar ander werk van Svetislav Basara. De soepele vertaling is van de hand van Roel Schuyt. Schuyt vertaalt uit het Russisch, Servisch, Kroatisch en Albanees. Hij is tevens musicus en taalwetenschapper.