Demografie: Bulgarije

Jana Buhrer Tavanier

'Over vijfentwintig jaar is veertig procent van de inwoners van Bulgarije Roma. Een groot deel van hen zal nauwelijks kunnen lezen of schrijven… Zij die niet willen leren en die niet willen werken zijn de toekomst van Bulgarije. Zij die niet begrijpen waarom ze een condoom moeten gebruiken of waarom en hoe ze Bulgaars moeten spreken. Dit is een tikkende tijdbom die hele generaties en de samenleving als geheel bedreigt. Maar het kan niemand iets schelen.'

Dit is een voorbeeld van een gemiddeld artikel uit een van de meest verkochte landelijke dagbladen. Het zou een schandaal zijn als het niet zo vaak zou voorkomen. Of de discussie over het demografische probleem van Bulgarije nu plaats heeft op straat of tussen experts, vroeg of laat draait het om het Roma-vraagstuk, rond de 'dreiging' die zou uitgaan van de groter wordende groep Roma. Afhankelijk van wie er telt, gaat men ervan uit dat Roma tussen vijf en tien procent van de bevolking van bijna acht miljoen uitmaken.

Het probleem is dat deze, vaak hysterische, discussie wordt gevoerd in plaats van de werkelijke discussie. De vragen zijn: Wat zijn de oorzaken van de demografische crisis? Wat zijn de processen? Hoe kunnen deze worden tegengegaan?

Voor wat betreft de Roma, daar is de enige juiste vraag niet hoe we kunnen tegengaan dat ze zich zo 'vermenigvuldigen', maar hoe we ervoor kunnen zorgen dat ze over vijfentwintig jaar goed zijn opgeleid, zodat ze belastingen betalen in plaats van dat ze afhankelijk zijn van sociale steun. Daar trekt nu niemand zich iets van aan. Zoals professor Wolfgang Lutz, directeur van het Instituut voor Demografie aan de Oostenrijkse Academie van Wetenschappen onlangs in een interview voor het Bulgaarse weekblad Kapital opmerkte: 'Wat mij het meest verbaast bij jullie is dat er over Roma niet als Bulgaren wordt gesproken, hoewel zij er al lang wonen en de Bulgaarse nationaliteit hebben.'

Los hiervan zijn de dimensies van de demografische crisis helder. Volgens de Bulgaarse Academie van Wetenschappen neemt de bevolking in Bulgarije tot 2020 af met ongeveer een miljoen, tot 6.800.000. Het aandeel van etnische Bulgaren, dat thans rond tachtig procent ligt, zal dalen tot onder de zestig procent, terwijl het aandeel van Roma en Turken zal stijgen.

Al in 2005 publiceerde de Economist Intelligence Unit een prognose voor de ontwikkeling van Bulgarije tot 2030, waarin werd beweerd dat tot die tijd de demografische crisis de belangrijkste factor zal zijn die de economische ontwikkeling tegenhoudt. Ondanks de pogingen van de verschillende regeringen blijft de werkloosheid relatief hoog, zijn salarissen en koopkracht er laag en duurt het gebrek aan gekwalificeerd personeel voort.

In 2006 waarschuwde de Amerikaanse ngo Population Reference Bureau dat Bulgarije voor de op een na zwaarste demografische crisis ter wereld staat. Tot 2050 neemt de bevolking van Bulgarije af met 34 procent tot vijf miljoen. Het enige land dat een grotere bevolkingsafname ziet in deze periode is Swaziland, waar zo'n veertig procent van de bevolking hiv-geïnfecteerd is.

De situatie in Bulgarije is zo dramatisch omdat de drie factoren die van invloed zijn op het bevolkingscijfer - geboorte, sterfte en emigratie - zich alle in dezelfde negatieve richting ontwikkelen. In de overige EU-lidstaten is het geboortecijfer ook laag, maar dat wordt daar deelsgecompenseerd door een hogere levensstandaard en een hogere levensverwachting, alsmede een lager aantal emigranten. Ongeveer 800.000 mensen, tien procent van de bevolking, hebben Bulgarije tussen 1989 en 2004 verlaten. Dat het voornamelijk jongeren betreft, maakt het probleem nog erger.

Er wordt vaak gesproken over de noodzaak van het ontwikkelen van een strategie om emigranten terug naar Bulgarije te halen. De vraag is of dit de juiste stap is, want al jaren is het totaal aan 'emigrantengeld' (gestuurd door hen die wonen en werken in het buitenland aan familie in Bulgarije) bijna gelijk aan de buitenlandse investeringen per jaar.

In 2006 werden er 73.000 baby's geboren, 2903 meer dan in 2005, maar 46.365 minder dan in 1988. De reden voor deze mini-babyboom, die wel wordt gezien als het einde van de demografische crisis, is niet de sociale politiek van de regering, die vooral wordt gekenmerkt door een verhoging van de kinderbijslag met een paar leva, maar door de economische verbeteringen in het land en de stijgende lonen. Kinderbijslag is bijvoorbeeld geen stimulans voor mensen met een gemiddeld of hoog loon.

Misschien is het grootste probleem wel dat de demografie niet kwalitatief maar kwantitatief wordt benaderd. Zoals Georgi Kanev, programmaleider bij het Centrum voor Liberale Strategieën in Sofia, zegt: 'Ook op dit moment zijn er tien- zo niet honderdduizenden kinderen die niet zullen worden opgeleid, of die zelfs niet hun school zullen afmaken, die geen werk zullen hebben, geen belastingen en premies afdragen. Er is geen behoefte aan strategieën die zich niet bezighouden met dit gebrek aan kansen voor het "leger aan baby's" dat men zo graag ziet komen. Het nut van baby's per kilo is voor de samenleving bijna nihil.'

Ondertussen wordt een tweede tendens zichtbaar, die nog niet in de statistieken is terug te vinden.

Er is sprake van een tweede emigrantengolf. Een van de bekendste Bulgaarse bloggers, Jovko Lambrev, schreef onlangs dat je erg schrikt wanneer je binnen een week afscheid neemt van twee van je beste vrienden omdat die naar het buitenland emigreren. Want dit zijn geen mensen die vluchten uit armoede, en als afwasser aan de slag gaan, maar succesvolle mensen die menen hier hun hoogtepunt te hebben bereikt, maar in het buitenland verder kunnen, en dan onder betere omstandigheden. Dit zijn mensen met een visie, die hun droom niet kunnen realiseren in Bulgarije.

Dit is ook onderdeel van de werkelijke discussie die we in Bulgarije moeten voeren. Helaas praten de meeste mensen hier liever over die vreselijke Roma.

Omhoog
Terug naar archief