Papa blijft president van Kazachstan

René Does

In de Centraal-Aziatische republiek Kazachstan zouden aanvankelijk helemaal geen presidentsverkiezingen meer gehouden worden. Een presidentieel referendum zou voldoende zijn. Tot er op 3 april 2011 toch vervroegde presidentsverkiezingen kwamen. Voor het resultaat maakte het allemaal niets uit: president Noersoeltan Nazarbajev, al twintig jaar de leider van Kazachstan, heeft een nieuw kiezersmandaat om door te regeren.

Onder Nazarbajev zijn nog nooit reguliere presidentsverkiezingen na verloop van een volle presidentiële regeertermijn gehouden: ze werden of vervroegd of door het houden van referenda verlaat.

Burgerinitiatief
Deze keer begon de voorgeschiedenis half december 2010. Via een zogenaamd ‘spontaan’ burgerinitiatief vanuit de Oost-Kazachstaanse stad Oest-Kamenegorsk en de Universiteit van Semipalatinsk kwam het voorstel naar voren de presidentiële volmachten van Nazarbajev via een volksreferendum tot 2020 te verlengen en tot dat jaar geen presidentsverkiezingen meer te houden. In een mum van tijd waren er vijf miljoen handtekeningen voor het initiatief verzameld, dat wil zeggen de helft van het electoraat van Kazachstan (200.000 handtekeningen had als minimum volstaan).

Nazabajev met Sarkozy

Nazabajev met Sarkozy, Parijs 27 oktober 2010.
Foto: www.akorda.kz

Op 15 juni 2010 was Nazarbajev al door het parlement middels een wet officieel tot Leider van de Natie (El basy) uitgeroepen. De wet gaf Nazarbajev, in de volksmond dikwijls ‘papa’ genoemd, na zijn pensionering immuniteit voor juridische vervolging en het recht het regeringsbeleid te blijven vormgeven.

Het besluit leidde tot speculaties of Nazarbajev zich zou gaan concentreren op het vinden van een opvolger. Zijn zittingstermijn liep in 2012 af, maar een wet uit 2007 had voor Nazarbajev als uitzondering de limiet van twee zittingstermijnen opgeheven. Zo nu en dan waren er ook geruchten over de gezondheidstoestand van de inmiddels 70-jarige president.

Nazarbajev hield zich op de vlakte over het initiatief voor het referendum. Blijkbaar wilde hij eerst de buitenlandse reacties op het plan afwachten. Westerse landen leverden echter veel kritiek, ook omdat het besluit inging tegen de geest van het voorzitterschap van de OVSE van Kazachstan in 2010.

Dus koos Nazarbajev voor het alternatief dat hij blijkbaar achter de hand hield: vervroegde presidentsverkiezingen. Op 31 januari verklaarde de Constitutionele Raad van Kazachstan het houden van een referendum over de voorgestelde grondwetswijziging onwettig. Vervolgens werden voor 3 april vervroegde presidentsverkiezingen uitgeschreven.

Verkiezingen
Nazarbajev had op 3 april drie tegenkandidaten: de ecoloog Mels Jeleoesizov, de communist Zjambyl Achmetbekov en de nationalist Gani Kasymov. Dat Nazarbajev weer met overweldigende meerderheid zou winnen, stond natuurlijk van tevoren al vast. Tegenkandidaat Jeleoesizov verklaarde bij het uitbrengen van zijn stem dat hij ook op Nazarbajev had gestemd. ‘En al mijn familieleden ook.’ De presidentiële adviseur Jermoechamet Jertysbajev voorspelde op verkiezingsdag dat Nazarbajev ‘95,9 procent’ van de stemmen zou halen.

De Russische internetkrant Gazata.ru meldde op 4 april dat de Kiescommissie van Kazachstan de volgende voorlopige uitslag had bij een opkomst van bijna 90 procent van de kiezers:

In Kazachstan is het niet mogelijk om, zoals in Rusland, ‘tegen iedereen’ te stemmen.

Arabisch scenario Er is wel gespeculeerd dat de presidentsverkiezingen werden vervroegd omdat de Kazachstaanse autoriteiten bang zouden zijn voor volksopstanden, zoals die in de Arabische wereld zijn losgebroken. Angst voor fluwelen revoluties en volksopstanden zit er inderdaad diep in bij alle leiders van de opvolgerstaten van de Sovjet-Unie, maar lijkt in Kazachstan geen doorslaggevende rol te hebben gespeeld, al was het maar omdat het initiatief voor het referendum naar buiten werd gebracht vóór de Arabische massa’s de straat opgingen.

Kazachstan heeft vergelijkbare problemen met die in de Arabische wereld, zoals jeugdwerkloosheid, een tekort aan burgerlijke vrijheden en afgunst jegens een corrupte elite die aan zelfverrijking doet. Het autoritaire systeem in Kazachstan heeft echter genoeg verlichte kanten om zulke ongenoegens te compenseren.

Zo is ook de welvaart van veel gewone Kazachen gestegen, initieert de regering op basis van de hoge olie-inkomsten allerlei infrastructurele projecten om de werkloosheid in te dammen, kunnen veel jongeren hoger onderwijs volgen en zijn er in 2007 in het hele land zogenoemde ‘Centra voor dienstverlening aan de bevolking’ opgericht, die gewone Kazachen in de vorm van één loket moeten bijstaan in hun contacten met de overheid.

Hoewel honderdduizenden etnische Russen en Duitsers sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie het land hebben verlaten, kende het land ook een immigratie van ongeveer een miljoen etnische Kazachen uit omringende landen als Rusland, Oezbekistan en China.

Vooralsnog lijken de Kazachen veel meer te voelen voor de stabiliteit onder Nazarbajev dan voor een chaotische wisseling van regime. In dit opzicht lijkt de onrust in de Arabische wereld eerder afschrikwekkend te werken dan als voorbeeld om na te volgen. Ook de chaos in 2010 in het etnisch verwante buurland Kirgizstan heeft de Kazachen extra huiverig gemaakt voor vergaande politieke veranderingen. Met hoeveel verkiezingstrucs de grote winst van Nazarbajev ook tot stand mag zijn gekomen, de liefde voor de leider onder de Kazachen lijkt te overheersen.

Opvolging
De vervroeging van de presidentsverkiezingen wordt in het algemeen in verband gebracht met het scheppen van een adempauze voor het regelen van de toekomst na Nazarbajev op persoonlijk, constitutioneel en economisch niveau.

Op nationaal en regionaal niveau wordt omvangrijke vernieuwing van de bestuurskaders verwacht. En nog belangrijker: wordt er voor Nazarbajev een opvolger klaargestoomd voor de periode na zijn aftreden of overlijden om een gevaarlijk vacuüm in het leiderschap voor te zijn? Kandidaten die hiervoor worden genoemd zijn onder anderen het hoofd van de presidentiële administratie Aslan Moesin, de burgemeesters van Astana en Almaty, respectievelijk Imangali Tasmagambetov en Achemtzjan Jesimov, en Nazarbajevs schoonzoon Timoer Koelibajev.

Op politiek niveau wordt gesproken van democratisering van het land in de vorm van grotere volmachten voor het parlement ten koste van een almachtige president. Zo verklaarde de presidentiële adviseur Noerlan Jermekbajev:

‘Kazachstan richt zich op de vervanging van een presidentieel-parlementair systeem door een parlementair-presidentieel of zelfs een parlementair systeem. De plannen van de president gaan uit van een geleidelijke overdracht van volmachten betreffende sleutelkwesties van de president naar het parlement. Over zo’n model heeft hij de laatste jaren gesproken als het meest perspectiefrijke.’

Net als in Rusland is op economisch gebied ‘modernisering’ het toverwoord voor de toekomst. Dat wil zeggen modernisering van een op de winning van grondstoffen gerichte economie in een veelzijdige en flexibele economie, met meer middelgrote en kleine bedrijven, die bij een postindustriële samenleving hoort.

De redenen voor de vervroegde presidentsverkiezingen klinken dus hoopvol. Nazarbajev heeft tot 2016 weer de tijd om aan de gewekte verwachtingen voor de politieke democratisering en de economische modernisering van Kazachstan te voldoen.