Rusland in 2015 (5): nabije buitenlandse politiek

René Does

Als vervolg op vier eerdere series op deze site, over de ontwikkelingen in Rusland in de jaren 2011 en 2012, 2013, 2014 en de ontwikkelingen in het eerste decennium van deze eeuw, start nu een serie over de ontwikkelingen in Rusland in 2015. De serie wordt weer gemaakt op basis van de speciale dikke eindejaarsbijlage van de kwaliteitskrant Nezavisimaja Gazeta (Onafhankelijke Krant), van 30 december 2015.

De redactie van Nezavisimaja Gazeta behandelt in de jaarlijkse bijlage veertien categorieën onderwerpen: algemene ontwikkelingen, politiek, economie, Russische regio's, 'nabije' buitenlandse politiek (de veertien andere voormalige sovjetrepublieken die al dan niet lid zijn van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten), 'verre' buitenlandse politiek (buiten de voormalige Sovjet-Unie), maatschappij, wetenschap, militaire zaken, religie, cultuur, literatuur, kunst en televisie.

De keuzes van de redactie zijn vaak voorspelbaar, maar soms ook onverwacht. Hieronder het vijfde deel, over de buurlanden van Rusland.

  1. De 5 presidenten van de EAKS-lidstaten poseren sanen

    Leiders van de EAES-lidstaten, vlnr: Serzj Sargsjan (Armenië), Aleksandr Loekasjenko (Wit-Rusland), Noersoeltan Nazarbajev (Kazachstan), Almazbek Atambajev (Kirgizstan), Vladimir Poetin (Rusland). Foto: kremlin.ru.

    Euraziatische Economische Unie haperend van start. Als begin van een Euraziatische tegenhanger van de Europese Unie ging op 1 januari 2015 de Euraziatische Economische Unie (EAES) officieel van start. De EAES had toen drie leden: Rusland, Wit-Rusland en Kazachstan. Op 2 januari sloot Armenië zich aan en op 8 mei Kirgizstan. De EAES voorziet in het vrije verkeer van goederen, diensten, kapitaal en arbeid onder de deelnemende landen.
    De Nezavisimaja Gazeta beoordeelt het werk van de EAES in het eerste jaar als 'ineffectief'. Dit oordeel is in de eerste plaats het resultaat van de sanctie-oorlog tussen Rusland en het Westen, want Rusland verbood ook de import van westerse voedselproducten via de buurstaten Wit-Rusland en Kazachstan. Bovendien leden alle EAES-lidstaten onder de economische crisis in Rusland.
    Verder vrezen de andere EAES-lidstaten dat Rusland de EAES politiek gebruikt in de nieuwe Koude Oorlog met het Westen en hen ook economisch te sterk gaat overheersen, bijvoorbeeld via het Russische voornemen in de EAES ook een muntunie op te richten. En zij waren ook tegen het opzeggen van de vrijhandelszone met Oekraïne in het kader van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten, waartoe Rusland per 1 januari 2016 besloot. De andere lidstaten moeten nu voor zichzelf in de eerste helft van 2016 uitmaken of zij zich bij deze boycot van Oekraïne zullen aansluiten.
    In 2015 trad Wit-Rusland op als voorzitter van de EAES. In 2016 is dit Kazachstan.
  2. Mislukking van Minsk-2. Op 12 februari kwamen de politieke leiders van Duitsland, Frankrijk, Rusland en Oekraïne, Angela Merkel, François Hollande, Vladimir Poetin en Petro Porosjenko, in Normandië een regeling over de beëindiging van de militaire strijd in de Donbass in het oosten van Oekraïne overeen, die de naam 'Minsk-2' kreeg.
    Echter, de praktische uitwerking van de belangrijkste bepalingen, zoals een permanent staakt-het-vuren, de instelling van een 50 kilometer brede bufferzone langs de frontlijn, de terugtrekking van alle buitenlandse troepen en wapens uit de regio, de uitruil van krijgsgevangenen en de instelling van zelfbestuur in de regio's Donetsk en Loegansk kwam nauwelijks van de grond, onder andere vanwege meningsverschillen over de definities van 'buitenlandse troepen' en 'zelfbestuur'.
    Momenteel dreigt er herleving van de militaire strijd in Oost-Oekraïne. De Nezavisimaja Gazeta verwacht dat er in het voorjaar van 2016 een 'Minsk-3' nodig zal zijn.
  3. Protesten in Moldova. De inwoners van Moldova verloren volledig het vertrouwen in de hele politieke elite van het land, nadat in de zomer naar buiten was gekomen dat ambtenaren één miljard euro uit drie sociale banken hadden gestolen en hiermee een nieuwe financiële crisis in het land hadden veroorzaakt.
    Op 6 september bracht het burgerplatform Waardigheid en Gerechtigheid (DA) in de hoofdstad Chisinau ruim 20.000 demonstranten op de been. Die protestactie kreeg een permanent karakter. Behalve arrestatie van de bij de diefstal betrokken ambtenaren eisten de demonstranten het aftreden van de president en de regering en vervroegde parlementsverkiezingen.
    Zoals voorheen zal de Moldavische politiek gelijkelijk verdeeld blijven tussen pro-Europese en pro-Russische krachten, maar zal er na de onvermijdelijke vervroegde parlementsverkiezingen in 2016 een nieuwe politieke elite aan de macht komen. Hierbij zal DA de huidige pro-Europese partijencoalitie van de Liberaal-Democratische Partij van Moldova, Liberale Partij en Democratische Partij vervangen. De linkse partijen Onze Partij en Partij van Socialisten vervangen de Communistische Partij van Moldova.
  4. Azerbeidzjan wendt zich af van Europa. Als reactie op Europese kritiek op de mensenrechtenschendingen in Azerbeidzjan en het instellen van persoonlijke sancties tegen hooggeplaatste ambtenaren door het Europarlement, besloot het parlement van Azerbeidzjan de samenwerking met het Europarlement op te zeggen en de samenwerking met de EU in het Eastern Partnership-programma ter discussie te stellen. President Ilham Alijev riep als tegenreactie het Europarlement op zich meer bezig te gaan houden met de goede opvang van vluchtelingen uit het Midden-Oosten in Europa, omdat die verwelkomd zouden worden met 'islamofobie, racisme en xenofobie'.
  5. Armenië wordt parlementaire republiek. Via een volksreferendum op 6 december 2015 is Armenië de weg van een vergaande staatsrechtelijke hervorming ingeslagen. In het referendum werd de vraag gesteld of Armenië van een presidentiële republiek in een parlementaire republiek moet veranderen.
    Bij een opkomst van ruim 50 procent van de kiesgerechtigden stemde 60 procent van de kiezers voor de hiervoor noodzakelijke grondwetswijzigingen. Het parlement had de grondwetswijzigingen al goedgekeurd, ondanks omvangrijke straatprotesten die door de oppositie waren georganiseerd.
    Volgens de grondwetswijzigingen zullen premier en regering meer macht krijgen ten koste van de macht van de president. De Nationale Vergadering, het éénkamerparlement, zal voor een termijn van vijf jaar gekozen worden via een proportioneel kiessysteem. De zittingstermijn van de president wordt zeven jaar (nu nog vijf jaar); hij zal niet meer via algemene verkiezingen gekozen worden, maar door het parlement. In 2017 zijn de volgende parlementsverkiezingen in Armenië.

Volgende aflevering: buitenlandse politiek.
Vorige afleveringen: algemene ontwikkelingen, politiek, economie en Russische regio's.
Bron: Nezavisimaja Gazeta, 30 december 2015