Voorzichtige renteverlaging in Rusland

Jan Limbeek

De Russische Centrale Bank (CBR) heeft per maandag 19 september de rente met een half procentpunt verlaagd naar 10 procent. Vooralsnog zijn er geen negatieve gevolgen: de inflatie loopt niet op en de roebelkoers blijft stabiel. Na de vorige renteverlaging van 14 juni met een half procent van elf naar 10,5 procent verslechterde de interne en externe waarde van de roebel evenmin: de prijzen stegen nauwelijks en de koers van de roebel versterkte zelfs.

Erg vreemd is het uitblijven van negatieve consequenties van de renteverlaging niet. De reële rente is nog steeds positief. In augustus was de inflatie op jaarbasis 6,9 procent en de dalende trend gaat voort. Op 12 september stond de inflatie op 6,6 procent. Aan het eind van 2016 moet de inflatie gedaald zijn naar 5,5 à 6 procent. Eind 2017 wil de CBR de doelstelling van vier procent inflatie bereikt hebben.

Bankpresident Elvira Nabioellina wil dat de reële rente (na aftrek van de inflatie) 2,5 à 3 procent is zolang de inflatie en inflatieverwachtingen de doelstelling van de CBR overtreffen. De hoogte van de huidige inflatie zou verdere renteverlagingen mogelijk maken, maar de inflatieverwachtingen van de bevolking, die achterlopen bij de werkelijke inflatie, niet. Vandaar dat de CBR heeft aangekondigd dat er in 2016 geen verdere renteverlaging komt. Pas in het eerste of tweede kwartaal van 2017 kan de rente meer dalen.

Tabelmet de reële en nominale koers van de roebel t.o.v. de euro en de dollar

Opm. Op 23 september was de koers voor een euro 71,7 roebel en voor een dollar 63,8 roebel
* Een minteken (-) betekent daling (verzwakking) van de roebel. In december 2015 kostte een dollar gemiddeld 69,7 roebel en een euro 75,8 roebel.
Bron: Centrale Bank van Rusland.


De belangrijkste reden dat de inflatie in Rusland (waarschijnlijk) blijft dalen is de betrekkelijk strenge krap geld politiek van de CBR. Hierdoor neemt ook de uitstroom van kapitaal verder af. In de periode januari - mei 2016 bedroeg de netto uitstroom 13 miljard dollar en in de periode januari - augustus 10 miljard dollar. In juni en augustus was er een netto instroom van kapitaal. Dit stut de waarde van de roebel. Als de olieprijs de komende tijd niet ineenstort, maar blijft op het niveau van ongeveer 45 dollar voor een vat Oeral-olie van de afgelopen maanden, dan zal de koers van de roebel op peil blijven.

De economische groei zal volgens de CBR in 2017 slechts tussen de 0,5 à 1 procent bedragen als de conservatieve aannames van de Bank uitkomen, zoals een bescheiden olieprijs van 40 dollar per vat, trage groei van de wereldeconomie en structurele beperkingen van de Russische economie. Bij meer gunstige omstandigheden zal de groei stijgen. Overigens heeft de CBR de prognose voor economische groei neerwaarts bijgesteld: eerder verwachtte de bank een groei van 1,1 à 1,4 procent in 2017.

Iedereen die het bovenstaande rijtje leest - flink positieve reële rente, dalende inflatie, krap geld politiek, weinig kapitaaluitstroom, een stabiele olieprijs en een langzaam groeiende economie - kan zich afvragen waarom de rente niet sterker is verlaagd. De meeste analisten hadden inderdaad een grotere daling verwacht van een of anderhalf procent.

De CBR zelf pareert de kritiek, die allang hoorbaar is, dat het de rente te hoog houdt met de stelling dat de inflatie geen grotere of eerdere renteverlaging mogelijk maakte. Het CBR noemt vier redenen waarom dit nu wel mogelijk is en wat de onzekere factoren zijn waardoor de rente niet lager kan zijn:

  1. De inflatie daalt geleidelijk. De voornaamste reden hiervan is de stabiele nominale roebelkoers. Reëel neemt de waarde van de roebel omdat de inflatie in de dollarregio lager is dan in Rusland. De roebelkoers is gestegen omdat de externe handelssituatie voor Rusland beter is dan verwacht. Aangezien de handelssituatie ook weer kan verslechteren en de koers van de roebel dus daalt, is de inflatiedaling om deze reden niet zo stabiel. Voorzichtigheid blijft dus geboden.
  2. De bescheiden renteverlaging én de aankondiging dat de rente in de rest van 2016 op het niveau van 10 procent blijft staan, zal de inflatieverwachting verder reduceren. Dit voorkomt overgebruik van kredieten en stimuleert sparen.
  3. Hoewel de CBR vindt dat een gematigd krap geld politiek de economische ontwikkeling niet remt omdat de economische groei beperkt wordt door structurele redenen, erkent de Bank wel dat een lagere rente de economie een steun in de rug geeft als negatieve consequenties (zwakkere roebel, hogere inflatie) uitblijven. De Bank vindt dat het niet meer kan doen om de economische groei te bevorderen.
  4. Het bereiken van de inflatiedoelstelling van vier procent eind 2017 hangt niet alleen van monetair beleid af maar ook van de hoogte van de overheidsuitgaven, waaronder stijging (door indexatie) van overheidssalarissen, pensioenen en andere uitkeringen. De wereldeconomie en grondstoffenprijzen, evenals de traagheid van inflatieverwachtingen van de bevolking, spelen ook een cruciale rol.

Een mogelijkheid dat de RCB de rente toch verder zal laten dalen de komende tijd is dat de verkiezingen voorbij zijn. Een lagere rente kan resulteren in een hogere inflatie, wat bijzonder impopulair is bij de bevolking. Daar hoeft Poetin, naar wie bankpresident Nabioellina goed luistert (andersom trouwens ook), geen rekening meer mee te houden.