Mogelijk laatste renteverlaging in Rusland

Jan Limbeek

De Centrale Bank van Rusland (CBR) besloot op 16 juni 2017 de rente verder te verlagen van 9,25 naar 9 procent per 19 juni. Dit is de derde renteverlaging in 2017. De CBR ziet ruimte om het percentage verder terug te brengen in de tweede helft van 2017. Maar dit zou kunnen tegenvallen.

De CBR noemt als redenen voor de renteverlaging de stabiele inflatie, die zowel in april als in mei 2017 op 4,1 procent stond (vergeleken met een jaar eerder). Verder spelen de wederom lagere inflatieverwachtingen van de bevolking een rol. En de oplopende economische groei drijft de prijzen volgens de CBR niet op. In het algemeen schat de CBR de risico's voor hogere inflatie in de toekomst lager in.

Aangezien de inflatiedoelstelling van de CBR van 4,0 procent vrijwel bereikt is en de bank inschat dat de inflatie niet gaat oplopen, was er op zich ruimte voor een grotere renteverlaging dan 0,25 procentpunt. De reële rente (rente minus inflatie) is immers nog steeds bijna vijf procent. Het beleid van de CBR is echter gericht op kleine, voorzichtige rentestapjes. De volgende - vierde - renteverlaging in 2017 ligt om de hoek, denken de meeste experts, inclusief die van de CBR zelf.

Aan de andere kant kan de inschatting van de CBR dat de inflatie niet gaat oplopen, onjuist blijken. Daarvoor bestaan drie redenen. De olieprijs is flink aan het dalen, waardoor de koers van de roebel verzwakt. Een zwakkere roebelkoers ziet de regering trouwens graag, vooral omdat elke petrodollar dan meer roebels oplevert. De huidige koers (21 juni) is 65 roebel voor een euro, wat zo'n vijf roebel hoger is dan in april 2017.

afbeelding van het hoofdgebouw van de CBR

Hoofdgebouw van de Russische Centrale Bank. Foto: cbr.ru

Als de huidige waardevermindering van de roebel blijft voortgaan, dan moeten de Russen voor alle geïmporteerde goederen meer roebels betalen. De prijzen stijgen van importgoederen en van Russische goederen die deels met behulp van import worden gemaakt. Het algemene inflatiepeil loopt weer op.

Dit is het spiegelbeeld van de huidige inflatiedaling. Een belangrijke oorzaak voor de voortdurend lagere stijging van het prijspeil was juist de steeds grotere kracht van de roebel. Als dit voorbij is, kan de inflatiedruk weer toenemen.

Een andere mogelijk grotere inflatiebron is de onlangs aangenomen aanvullende begroting voor 2017. Die gaat uit van hogere uitgaven, terwijl de geplande hogere inkomsten gestoeld zijn op rooskleurige aannames. De hogere, niet gedekte, uitgaven van de regering stimuleren de inflatie.

Bovendien heeft de overheid besloten om de Russische financiële reserves sneller aan te vullen. Men koopt dus valuta, met name dollars, op de markt in ruil voor roebels. Hierdoor stijgt de binnenlandse geldhoeveelheid en dus de inflatie.

Door deze redenen - een zwakkere roebel, hogere overheidsuitgaven en snellere aankoop van valuta - lijkt het risico op hogere inflatie in de toekomst eerder toegenomen dan afgenomen. Waarschijnlijk ziet de CBR zelf ook wel dat het risico op hogere inflatie in de toekomst niet is afgenomen, maar stond de CBR te zeer onder druk van de regering en het Kremlin om de rente verder te verlagen. Dit zou kunnen verklaren waarom de huidige renteverlaging maar 0,25 procentpunt is. Minimaal, om de schade te beperken. Maar toch een verlaging.

Niettemin loopt de overheid met hun lossere monetaire beleid een groot risico. De gemiddelde voorspelling is dat de economie in 2017 groeit met 1,5 procent. De CBR heeft de groeiprognose voor 2017 verhoogd van 1 à 1,5 procent naar 1,3 à 1,8 procent. Als de prognose uitkomt, wordt het slome groeipeil van 2013 (1,3 procent), toen de olieprijs nog hoog was en de sancties afwezig, (net) overtroffen.

De economische groei is te danken aan het conjuncturele herstel na twee jaar krimp in 2015 en 2016. Daarnaast is de stabiele macro-economische omgeving de groeistimulans. Eigenlijk is dit de enige bron voor economische groei. Daarom kan een gezonde economische groei niet hoger zijn dan twee procent. Voor een hogere groei zijn structurele hervormingen nodig, stelt de CBR. Een slechtere macro-economische omgeving kan de groei aantasten. De enige groeibron verdwijnt en de economische groei daalt weer.

Als de bovenstaande analyse klopt zal de CBR in de tweede helft van 2017 de rente minder verlagen dan nu algemeen wordt aangenomen. Als de huidige daling van de olieprijs en verzwakking van de roebel voortgaat zou bankpresident Elvira Nabioellina geneigd kunnen zijn de huidige rente te handhaven. Als ze vanwege politieke druk niet ontkomt aan een gebaar, zal de renteverlaging waarschijnlijk opnieuw minimaal zijn. Net als nu eigenlijk. Op 28 juli komt de Raad van Bestuur van de CBR weer bijeen.