De presidentsverkiezingen in Rusland (3): opkomstcijfer

René Does

Wie nu in Rusland benzine tankt bij een tankstation van Lukoil, een hamburger bestelt bij Burger King of op zijn kassabon van supermarktketen Magnit kijkt, wordt eraan herinnerd dat er op 18 maart presidentsverkiezingen zijn. Er is een grote campagne aan de gang om een hoge kiezersopkomst te bereiken.

Een hoge opkomst is een opdracht die de staf van president Vladimir Poetin zich voor zijn herverkiezing als extra opgave gesteld heeft. Er wordt gestreefd naar 'absolute legitimiteit van de vierde termijn van Poetin', zoals de Nezavisimaja Gazeta op 8 februari 2018 in een redactioneel commentaar over dit streven stelde.

De verkiezing van de huidige Franse president Emmanuel Macron in de tweede stemronde bij een opkomst van 74,5 procent van de Franse kiesgerechtigden zou hierbij als benchmark voor de gewenste opkomst gelden. Algemeen stellen politieke commentatoren in Rusland dat het Kremlin streeft naar een opkomst van minimaal 70 procent van de kiesgerechtigden.

Pamfilova gebarend achter de microfoon

Pamfilova is de voormalige adviseur voor de mensenrechten van Poetin en leidt nu de TsIK. Foto: cikrf.ru

Bij de vorige presidentsverkiezingen in 2012 bedroeg de opkomst 65 procent. De Nezavisimaja Gazeta vindt dit best een hoge opkomst gezien de 'zwakke oppositie' bij presidentsverkiezingen. Er bestaat in Rusland overigens geen verplichte minimale opkomst om verkiezingen geldig te laten zijn.

De Nezavisimaja Gazeta stelde verder in haar commentaar dat niet alleen de winst van Poetin telt, maar ook de 'context' (lees: opkomst). 'Dus juist van de context zal de legitimiteit afhangen.'

Sinds de start van de verkiezingscampagne half december 2017 is de Centrale Kiescommissie (TsIK) daarom bezig met een massale informatiecampagne om de Russische kiezers de stembus te laten bezoeken. 'Een ieder moet weten dat er in het land verkiezingen zijn. Hij of zij moet zelf beslissen of ze wel of niet gaan stemmen, maar ze moeten het weten', zei TsIK-voorzitter Ella Pamfilova op 30 november 2017 tegen de Nezavisimaja Gazeta.

Ze wil hierbij uitgaan van 'volledige informatie' door haar organisatie, dat wil zeggen 'waar en wanneer de verkiezingen gehouden zullen worden en hoe onze kiezers, de burgers van de Russische Federatie, hieraan kunnen deelnemen, met kennis over de kandidaten en hun politieke programma's'.

De TsIK heeft de hulp ingeroepen van twee van de grootste pr-bureaus van het land, IMA Consulting en Michailov & Partners. Dat laatste bedrijf maakt ook filmpjes voor internet, want Russen besteden inmiddels dagelijks gemiddeld net zo veel tijd aan internet als aan de televisie.

Kortom, de Russische kiezers worden te pas en te onpas lastig gevallen met het bericht dat er presidentsverkiezingen zijn op 18 maart. De politicoloog Nikolaj Petrov verklaarde tegenover de Nezavisimaja Gazeta: 'Er is geen enkele twijfel over de uitslag van de verkiezingen. Daarom zijn er twee resultaten belangrijk voor het Kremlin. Ten eerste, hoe hoog is de opkomst in vergelijking met de vorige presidentsverkiezingen. En ten tweede, hoe ziet het resultaat van de machtskandidaat eruit in vergelijking met de sociologische prognoses.'

Het relatief hoge aantal van acht presidentskandidaten op het stembiljet koppelen politieke commentatoren ook aan het thema van de opkomst: de schijn van grotere keuzemogelijkheden moet de kiezers het gevoel geven dat ze niet alleen voor het vervullen van een ritueel het stembureau zullen bezoeken.

Het fanatiek werken aan een hoge opkomst doet commentatoren aan de sovjettijd denken. Dit geldt ook voor de oproep vanuit het Kremlin aan de regionale leiders, bijna allemaal leden van de regeringspartij Verenigd Rusland, om van de verkiezingsdag een feestdag te maken, met zaken als een jaarmarkt, eettentjes en optredens van artiesten bij de stembureaus. 'Dit vooral in de gemeenten met een armzalig en eentonig leven', zei de politicoloog Nikolaj Mironov op 12 december 2017 tegen de krant RBK. De krant voegde hieraan toe dat dit voor twee derde van Rusland geldt.

In de provincie Wolgograd, die traditioneel een lage opkomst kent bij verkiezingen, wordt er op 18 maart ook nog een regionaal referendum gehouden over het vooruit zetten van de klok met een uur naar een nieuwe tijdzone, van de nu geldende Moskou-tijd naar de een uur latere 'Wolga-tijd'.

Maar het referendum in Wolgograd blijft het enige referendum dat gelijktijdig met de presidentsverkiezingen zal worden gehouden, want referenda zijn voor de machthebbers toch te onvoorspelbaar om helemaal te kunnen controleren. Wel komen er in de grotere steden minder gevaarlijke vraaggesprekken met kiezers over hun ideeën voor de verfraaiing van hun stad, waarvoor subsidies beschikbaar zijn gesteld. Ook zijn er plannen om onder kiezers die komen stemmen selfiewedstrijden te houden.

Niettemin lijkt de zelf verklaarde opdracht vanuit het Kremlin van een hoge opkomst het minst controleerbare aspect van de presidentsverkiezingen van 18 maart te zijn. Vóór de start van de verkiezingscampagne hield het onafhankelijke opiniebureau Levada-Centrum, dat sinds de start van de campagne wegens buitenlandse financiering als 'buitenlandse agent' geen peilingen meer mag houden, een peiling over de opkomst.

Directeur Lev Goedkov van het Levada-Centrum schatte de opkomst op dat moment op 52 tot 54 procent van de kiesgerechtigden. Krikken de informatiecampagne van de TsIK en alle andere bedenksels voor de kiezers de opkomst toch op naar minstens 70 procent van de kiesgerechtigden?


Volgende aflevering: waarom Poetin misschien geen kandidaat kon worden.