Russische rente verlaagd naar laagste niveau in vijf jaar

Jan Limbeek

Omdat de inflatie in Rusland snel afneemt, ziet de Centrale Bank van Rusland (CBR) ruimte het belangrijkste rentetarief steeds verder te verlagen. Per 9 september 2019 zakt de rente van 7,25 naar 7,0 procent. Sinds het inflatiebeperkende beleid van bankpresident Elvira Nabioellina, waardoor de rente flink hoger ligt dan de inflatie, is de rente niet zo laag geweest.

Tabel met de prijsstijging in juli 2018 en 2019

Bron: Russische Staatsdienst voor de Statistiek, Rosstat

Tabel met de prijsstijging in augustus 2018 en 2019

Bron: Russische Staatsdienst voor de Statistiek, Rosstat

De eerste vijf maanden van 2019 stond de rente nog op 7,75 procent. Sinds half juni 2019 heeft de CBR de rente drie keer achtereen verlaagd met kleine stapjes van 0,25 procentpunt: per 17 juni, 29 juli en 9 september. Elke keer bleef een negatieve reactie uit: de inflatie bleef dalen en de waarde van de roebel bleef stabiel tegenover de dollar (een dollar kostte op 11 september 65 roebel) en tegenover de euro (72 roebel).

Sinds juni 2019 is de Russische inflatie afwezig. In juni was de inflatie ten opzichte van de voorafgaande maand 0,0 procent; in juli 0,2 en in augustus -0,2 procent. In de eerste elf dagen van september daalden de prijzen met 0,1 procent.

Uiteraard komt de huidige afwezigheid van inflatie door het zomerseizoen, maar vorig jaar stegen de prijzen in dezelfde periode wel: 0,5 (juni), 0,3 (juli), 0,0 (augustus) en 0,2 (geheel september) procent. Zonder de gunstige invloed van het seizoen, zou de inflatie in augustus 2019 uitkomen op 0,3 procent. Geannualiseerd is dit ongeveer 4 procent.

Aangezien de inflatie al (bijna) de doelstelling van 4 procent per jaar heeft bereikt en de inflatie sneller daalt dan de rente, is er veel ruimte voor verdere renteverlagingen. De voorzichtige Nabioellina verwacht dat de inflatie in de eerste maanden van 2020 zal schommelen tussen 3,5 en 4,0 procent. Dus 0,3 à 0,8 procentpunt lager dan in augustus 2019.

De CBR is na vijf jaar overgegaan van een streng monetair beleid, via een gematigd streng monetair beleid naar een neutraal beleid. Daar hoort een nominale rente bij van 6 à 7 procent, een reële rente van 2 à 3 procent en een streefinflatie van jaarlijks 4 procent. De huidige inflatiedaling kan dus grotendeels vergezeld gaan van een lagere rente.

In 2017 en de eerste helft van 2018 was dit niet zo: het gat tussen de (dalende) inflatie en de nominale rente - de reële rente - was destijds bijna twee keer zo groot als nu. Vergelijk dit ook eens met Nederland. Hier bedroeg de inflatie in augustus 2019 2,8 procent en volgens de geharmoniseerde Europese rekenmethode (HICP) zelfs 3,1 procent. Dit is drie keer hoger dan het EU-gemiddelde, terwijl de rentevergoeding door de banken nihil is. Ondanks die enorme jaarlijkse geldontwaarding, sparen Nederlanders niet minder.

Nabioellina schat in dat in Rusland de besparingen wel zullen afnemen als de reële rente te laag wordt. De inflatie zal dan extra zal stijgen, hetgeen inflatiehavik Nabioellina uit alle macht wil voorkomen. De komende jaren zal in Rusland de reële rente altijd sterk positief blijven. In ieder geval zolang zij bankpresident is.

Nabioellina verklaart de renteverlaging, gezeten achter een bureau

Nabioellina licht de rentedaling toe. Foto: CBR.

Ondanks de drie achtereenvolgende renteverlagingen, neemt de inflatie sneller af. Ten opzichte van het hoogste niveau van maart 2019 (5,3 procent) is de inflatie met een procentpunt afgenomen; de rente daalde met 0,75 procentpunt. De rente daalde dus langzamer dan de inflatie, terwijl iedereen verwacht dat de Russische inflatie de komende tijd verder zal afnemen.

Het staat daarom vrijwel vast dat Rusland de rente verder zal verlagen, hetgeen Nabioellina ook heeft aangekondigd als de verwachte verdere inflatiedaling de komende tijd doorgaat. De vraag is niet of de rente daalt, maar wanneer, hoe vaak en met welk percentage?

Normaal volgt een rentebeslissing na elke reguliere vergadering van de directieraad van de CBR, die grofweg om de anderhalve maand plaatsvindt. In 2019 zijn er nog twee vergaderingen: 25 oktober en 13 december.