cover boek

Sana Valiulina
Winterse buien. of Ben ik wel geïntegreerd genoeg?
Uitgeverij Prometheus
Amsterdam 2016
312 blz.
ISBN 9789044629583
€19,99

René Does

In Winterse buien. Of ben ik wel geïntegreerd genoeg? is het non-fictiewerk van de Nederlands-Estse schrijfster Sana Valiulina (1964) gebundeld, zoals dat in de loop der jaren verschenen is in bladen als NRC Handelsblad, Vrij Nederland, De Groene Amsterdammer en verschillende literaire tijdschriften.

Valiulina is bekend als de schrijfster van literaire romans als Het kruis (2000), Vanuit nergens met liefde (2002), Honderd jaar gezelligheid (2010) en haar recente magnum opus Kinderen van Brezjnev (2014). Ik ben een groot liefhebber van dit literaire werk van Valiulina. Ook de bundel Winterse buien is weer fijn om te lezen vanwege de heldere en vaak montere schrijfstijl en de doordachte inhoud.

De bundel bevat langere en kortere stukken, die vaak een essayistisch en autobiografisch karakter hebben. Ze beslaan de laatste 25 jaar van Valiulina's leven, dat wil zeggen de periode dat ze na haar huwelijk met een Nederlander in Nederland woont. In het boek staan politieke beschouwingen over het Rusland van Vladimir Poetin en de voormalige Sovjet-Unie, stukken met moderne maatschappijkritiek en literaire essays over favoriete schrijvers als Poesjkin (en zijn Nederlandse vertaler Hans Boland), Svevo, Babel, Gorki en Boelgakov.

Verder zijn er persoonlijke herinneringen aan haar jeugd in de voormalige Sovjet-Unie, zoals over haar vader die na de Tweede Wereldoorlog negen jaar in een Siberisch werkkamp was geïnterneerd, het verplichte vak marxisme-leninisme als onderdeel van haar studie Noorse taal en letterkunde aan de Moskouse Staatsuniversiteit en haar Estse jeugd in het mooie stuk 'Mijn Estland'.

Uiteraard ontkomt ook emigrante Valiulina in haar non-fictie niet aan vergelijkingen tussen haar nieuwe vaderland Nederland en oude vaderland de Sovjet-Unie. Zulke stukken zijn bijna altijd leuk om te lezen, omdat Nederland beschreven door de ogen van een buitenlander vaak onverwachte en vermakelijke bijzonderheden van onze gebruiken en gewoonten in het licht zet.

Zo heeft Valiulina het over de hondendrollen op de Amsterdamse straten, Blokker als haar favoriete winkel, de lawaaierigheid van de kapitalistische Nederlandse samenleving in vergelijking met de akoestisch stille Sovjet-Unie, de braafheid van de Nederlandse man ('Dat maakt hem aseksueel') en de obsessie van Nederlanders met het eigen huis: 'De verhuizings- en verbouwingsdrift had alle kenmerken van een zoektocht naar de zin van het leven.'

De twee hoofdthema's die door Winterse buien lopen zijn integratie in een nieuwe samenleving en Valiulina's zoektocht naar haar eigen identiteit. Als je een boek van Valiulina bespreekt, vraag je je als recensent altijd af hoe je haar etnisch en nationaal moet karakteriseren. Terwijl haar achternaam in Rusland meteen als een Tataarse naam wordt herkend, wordt ze Ests genoemd en schijft ze in het Nederlands.

Zelf schrijft Valiulina in Winterse buien: 'Ik ben geboren in Tallinn, een stad aan de Oostzee, aan de rand van de Sovjet-Unie. Mijn ouders waren allebei Tataars. Mijn moeder, die in de buurt van Leningrad is geboren, kwam in de oorlog in Estland terecht. In 1954 voegde mijn vader zich bij haar. (…) Tot ongeveer mijn vijfde heb ik Tataars en Ests gesproken. Toen werd het tijd voor het Russisch.'

Ze meldt dat de vraag naar haar nationale identiteit 'een onaangename druk in de maag' geeft. 'Misschien heb ik intussen wel het leninistisch ideaal bereikt - ben ik een "bovennationale" mens geworden.' Niettemin beschouwt ze uiteindelijk Estland als haar echte thuisland.

Valiulina woont naar tevredenheid in de Bijlmermeer. Naar aanleiding van de verschijning van de roman Alleen maar nette mensen (2008) van Robert Vuijsje verbaast zij zich in 'De verkeerde postcode' over de onbekendheid van Nederlandse intellectuelen en schrijvers met zo'n multiculturele probleemwijk.

'Je vindt ze niet gauw in een wijk die hemelsbreed 10, 12 kilometer van het centrum van Amsterdam af ligt. Of in welke andere prachtwijk dan ook. Hun lelieblanke dochters moeten behoed worden voor loverboys, importcriminelen en andere louche figuren met onduidelijke inkomstenbronnen.'

Dan de vraag in de ondertitel of Valiulina inmiddels geïntegreerd genoeg is. Zelf vond ze haar integratie geslaagd toen ze een kinderzitje op haar fiets had gemonteerd, nadat ze in Nederland pas op haar vierentwintigste had leren fietsen en het sowieso aandurfde zich op de fiets in het verkeer te storten.

Sindsdien zijn fietstochten door de polder ten zuiden van de Bijlmer langs het riviertje het Gein voor Valiulina momenten van Nederlands geluk. Over haar integratie kunnen we dan concluderen: geslaagd!