Vreedzame machtswisseling in Kirgizstan

René Does

Op 1 december 2011, een maand eerder dan gepland, trad de sociaal-democraat Almazbek Atambajev (55) aan als de nieuwe president van Kirgizstan. Zijn aantreden was tevens een politieke primeur, want het was de eerste vreedzame presidentiële machtswisseling in post-communistisch Centraal-Azië. Dit was ook weer niet zo moeilijk, omdat er in deze regio sinds de teloorgang van de Sovjet-Unie nog nauwelijks presidentiële machtswisselingen zijn geweest. In Kazachstan en Oezbekistan zelfs helemaal niet. Een terugblik op de Kirgizische presidentsverkiezingen van 30 oktober 2011.

Voor een kleine voormalige sovjetrepubliek kent Kirgizstan ingewikkelde politieke verhoudingen. Er zijn een flink aantal politieke partijen met daarbinnen weer vele fracties, verschillen tussen clans uit het noorden en het zuiden van het land, etnische tegenstellingen (met name in het zuiden tussen Kirgiezen en Oezbeken) en - soms elkaar overlappende - persoonlijke politieke, economische en criminele netwerken. Dat de presidentsverkiezingen zo voorspoedig verliepen en de machtswisseling een maand eerder werd voltrokken, was te danken aan het feit dat Atambajev, een oudgediende in de Kirgizische politiek, in de eerste ronde al met meerderheid van stemmen won, namelijk 63,2 procent.

In 2010 kende de Kirgizische politiek een bijzonder onrustig en gewelddadig jaar. Na de geslaagde volksopstand tegen de corrupte en autoritaire zuidelijke president Koermanbek Bakijev in april en de zeer ernstige etnische onlusten tussen Kirgiezen en Oezbeken in de zuidelijke provincies Osj en Dzjalalabad in juni werden er voor de periode tot de presidentsverkiezingen van 30 oktober 2011 politieke interim-structuren ingericht.

Na het referendum van 27 juni over een nieuwe grondwet met betrekking tot de overgang naar een meer parlementaire republiek, werd Roza Otoenbajeva, een van de leidsters van de opstand tegen Bakijev, tot 1 januari 2012 als interim-president aangesteld. Overigens vond Otoenbajeva het persoonlijk niet erg om een maand eerder af te treden, want ze was net oma van een kleindochter geworden.

Na de parlementsverkiezingen van 10 oktober 2010 kwam er een driepartijencoalitie van de Sociaal-Democratische Partij van Kirgizstan (SDPK), Ata-Zjoert (Vaderland) en Respoeblika, die eveneens tot taak kreeg in de eerste plaats de tijd tot de presidentsverkiezingen van 30 oktober 2011 te overbruggen. SDPK-leider Atambajev werd premier.

Voor de presidentsverkiezingen van 30 oktober meldden zich maar liefst 83 kandidaten, van wie er uiteindelijk op de verkiezingsdag zestien overgebleven waren. Overigens noopte de inkrimping van het aantal kandidaten de medewerkers van de stembureaus nog op de laatste dagen voor de verkiezingen vijf presidentskandidaten op 3.072.000 stembiljetten met de hand door te strepen.

Maar de echte politieke strijd ging tussen drie vooraanstaande kandidaten: Atambajev namens de SDPK, partijleider Kamtsjybek Tasjijev van Ata-Zjoert en partijleider Adachan Madamoerov van Boetoen Kirgizstan (E&eacue;n Kirgizstan). Hierbij vertegenwoordigde Atambajev het noorden van het land en golden Tasjijev en Madamoerov als de kandidaten van het zuiden. Naast de 63,2 procent voor Atambajev kreeg Madamoerov 14,7 procent van de stemmen en Tasjijev 14,3 procent.

Medvedev met Atambajev

Medvedev ontmoet Atambajev. Foto: kremlin.ru.

Dat Atambajev direct met zo'n groot verschil won wordt met name verklaard uit het feit dat het hem als noordeling toch lukte in het zuidelijke electoraat, dat versplinterd was door de felle onderlinge strijd tussen de zuiderlingen Madamoerov en Tasjijev, in te breken. De rustige en bedachtzame Atambajev werd zodoende in het zuiden van Kirgizstan het redelijke alternatief na het rampjaar 2010.

Zoals de correspondent in Bisjkek van de Russische krant Nezavisimaja Gazeta, Grigori Michajlov, analyseerde: 'De burgers gaven de voorkeur aan de rustige en niet-agressieve Atambajev. Feitelijk kozen de burgers niet zozeer voor Atambajev, als wel tegen de instabiliteit en herverdeling van de macht die de andere kandidaten in het leven van de Kirgiezen konden brengen.' Verder kende Atambajev als interim-premier natuurlijk een betere startpositie dan de andere kandidaten.

Atambajev ging meteen aan de versterking van zijn machtspositie werken. De dag na zijn inauguratie op 1 december trad hij af als premier en stapte de SDPK uit de regering. Praktisch alle in het parlement vertegenwoordigde partijen schaarden zich vervolgens achter een nieuwe pro-presidentiële regeringscoalitie. Alleen Ata-Zjoert koos bewust voor een oppositierol. Hierna werden bondgenoten van Atambajev uit de door hem geleide regering tot premier en parlementsvoorzitter gekozen, namelijk Respoeblika-leider en ex-vicepremier Omoerbek Babanov en partijgenoot Asilbek Zjeènbekov.

Rusland, dat de voormalige sovjetrepublieken als zijn natuurlijke 'geopolitieke achtertuin' beschouwt, was eveneens blij met de uitslag, want Atambajev geldt als een pro-Russische politicus. Zo heeft hij zich uitgesproken voor aansluiting van Kirgizstan bij de nieuw op te richten Euraziatische Unie, die de Russische premier Vladimir Poetin in de zomer van 2010 initieerde, en beloofde hij de Amerikaanse militaire basis bij het militaire vliegveld Manas in 2014 op te heffen.

Volgens de nieuwe grondwet heeft de nieuwe Kirgizische president Almazbek Atambajev één zittingstermijn van zes jaar. Of het Kirgizstan in 2017 opnieuw zal lukken om een vreedzame presidentiële machtswisseling uit te voeren, moeten we afwachten.