Nog steeds dreiging faillissement Oekraïne

Jan Limbeek

Ondanks een deal over de commerciële schuld in oktober, zijn investeerders en kredietbeoordelaars nog steeds pessimistisch over het vermogen van Oekraïne zijn schuld terug te betalen. Het nog niet opgeloste conflict met Rusland over de Oekraïense obligatieschuld vermindert het vertrouwen verder.

In december 2013 leende Rusland drie miljard dollar aan Oekraïne tegen een rente van slechts vijf procent. Ruslands Nationaal Welzijnsfonds kocht voor dat bedrag obligaties. Oekraïne wil deze schuld, die op 20 december 2015 afloopt, niet geheel en jaren later terugbetalen. Rusland wil alles terug, en tot voor kort moest dit op korte termijn gebeuren. Anders zou het land de kwestie naar het gerechtshof brengen.

Oorspronkelijk zou Rusland voor vijftien miljard dollar aan Oekraïense obligaties kopen als onderdeel van het akkoord met de toenmalige Oekraïense president Janoekovitsj van november 2013, maar vanwege de welbekende verslechtering van de onderlinge verhouding zag het daarvan af. Het nieuwe prowesterse regime in Oekraïne beschouwt de lening als smeergeld om de Oekraïense toenadering tot Europa te dwarsbomen en vindt het al heel wat als Rusland een deel terugkrijgt.

Als onderdeel van de overeenkomst met het IMF van maart 2015 streefde Oekraïne ernaar de terugbetaling van particuliere leningen te bevriezen. Volgens het IMF-plan zou Oekraïne hiermee tot en met 2018 15,3 miljard dollar kunnen besparen. Dit is ruim een derde van de totale lening van ten minste veertig miljard dollar, waarvan het IMF 17,5 miljard voor zijn rekening nam. Het IMF was van mening dat ook particuliere beleggers een bijdrage moesten leveren aan het herstelplan voor Oekraïne.

In oktober 2015 keurden de particuliere beleggers, die nominaal achttien miljard dollar schuld beheerden, het afschrijvingsakkoord met Oekraïne goed. De particuliere schuldenaren hadden eigenlijk geen andere keuze dan om hiermee akkoord te gaan, want Oekraïne werd gesteund door het IMF en zou anders eenzijdig de terugbetaling gestaakt hebben. Dit akkoord levert Oekraïne 11,5 miljard dollar op, in plaats van de met het IMF afgesproken 15,3 miljard dollar schuldverlichting.

Oekraïne wil de obligatieschuld aan Rusland op dezelfde manier behandelen als de commerciële schuld: een vijfde wordt afgeschreven en terugbetaling van de rest wordt vier jaar uitgesteld. Onder de huidige voorwaarden van het IMF kan het land dit niet eenzijdig doen op straffe van opschorting van de financiële steun aan Oekraïne. Een land mag volgens de IMF-statuten best in gebreke blijven bij het afbetalen van particuliere schulden. Maar als een land in gebreke blijft bij de terugbetaling van leningen van overheden, dan mag het IMF geen financiële steun verlenen. De volgende financiële tranches van de IMF-steun aan Oekraïne kunnen dan niet uitgekeerd worden.

Aanvankelijk ging de discussie erover of de Oekraïense obligaties die Rusland gekocht heeft beschouwd kunnen worden als particuliere schuld of als overheidsschuld. Maar aangezien de kans groot zou zijn dat deze obligaties juridisch aangemerkt worden als overheidsschuld, is het IMF nu van plan om voor Oekraïne een uitzondering te maken. Dit vreest Rusland althans, zo zei minister van Financiën Aton Siloeanov op 30 oktober 2015.

Volgens financieel persbureau Bloomberg, dat zich beroept op een geheime Russische bron, wil Rusland de financiële steun van het IMF dwarsbomen, tenzij de Amerikaanse en Europese sancties tegen Rusland verlicht worden. Met andere woorden, Rusland wil volgens deze bron best een schuldenregeling met Oekraïne afspreken, maar het wil er dan wel wat voor terug. Eigenlijk is dit het maximale wat Rusland kan bereiken, want een besluit van het IMF om de financiële steun aan Oekraïne door te laten gaan, kan het land waarschijnlijk niet voorkomen.

Onderonsje op de g20 tussen Poetin en Obama

Volgens Poetin reageerde Obama met interesse op het schuldvoorstel. Foto: kremlin.ru.

Op 16 november 2015, bij de G20-bijeenkomst in Turkije, stelde Poetin voor dat Rusland niet de gehele schuld in december 2015 hoeft te krijgen. Hij neemt genoegen met drie jaar lang een miljard dollar per jaar vanaf 2016, mits het Westen of het IMF de betalingen garanderen.

Een van de grote drie credit rating bureaus - Fitch - heeft op 12 november de waardering van de buitenlandse schuld van de stad Kiev naar het laagste niveau - van CCC naar D - teruggebracht, omdat Kiev de geplande terugbetaling van eurobonds ter waarde van 250 miljoen dollar gemist heeft en een eenzijdig moratorium op het afbetalen heeft afgekondigd. Dit betekent dat een default op een deel van de buitenlandse schuld een feit is. De bevriezing betreft ook de volgende terugbetaling van 300 miljoen dollar op eurobonds die voor 16 juli 2016 gepland staat.

De nationale staatsschuld van Oekraïne wordt niet veel minder slecht gewaardeerd door de drie credit rating bureaus: een default is aanstaande en er bestaat weinig kans op verbetering. Overigens is de mening van de drie bureaus niet zaligmakend. Ze zagen de kredietcrisis bijvoorbeeld niet aankomen en waarderen Rusland laag, ondanks 's lands ijzersterke financiën. Er zijn echter weinig onafhankelijke waarnemers die de financiële kracht van Oekraïne wel hoger inschatten.

De gemiddelde credit rating van alle soorten schuld van Oekraïne wordt door de drie bureaus bijzonder laag gewaardeerd. Standard & Poors is sinds het schuldenakkoord van oktober nog het positiefst en ging ineens van D naar B-. Volgens Moody's (Ca) en Fitch ('restrictive default') is het land zo goed als failliet. Kijk op de Trading Economics website voor de actuele waardering en uitleg van de cijfercodes.

De kans dat de geplande financiële steun van het IMF niet doorgaat is vrij klein, ondanks de huidige blokkade van Rusland, maar de kans dat Oekraïne in gebreke blijft bij het terugbetalen van de commerciële en staatsschuld lijkt zonder aanvullende maatregelen aanzienlijk. De huidige economische catastrofe in Oekraïne maakt de financieringsruimte niet groter. In 2016 gaat de economie waarschijnlijk weer groeien, maar naar verwachting niet met meer dan een à twee procent. In 2014 kromp de economie met 6,8 procent en in 2015 zal de krimp tussen de tien en vijftien procent bedragen.